RTV Nunspeet

Een grote groep mensen was in Vierhouten samengekomen om de bijzondere geschiedenis van het Verscholen Dorp te herdenken. Onder leiding van voorzitter Stichting Het Verscholen Dorp Dick van Hemmen vond de ceremonie plaats. Er werden kransen en bloemen bij het monument gelegd, onder andere door het college van burgemeester en wethouders, de Stichting Het Verscholen Dorp en nabestaanden. Dorpsdichter Willemijn Hannessen droeg haar gedicht ‘136 namen’ voor en onder leiding van trompettist Johan van de Kolk werd de taptoe geblazen, een minuut stilte gehouden en het Wilhelmus gezongen.

Tongerenseweg

Na de herdenking bij het Verscholen Dorp verplaatsten de aanwezigen zich naar het monument aan de Tongerenseweg. Dit monument staat op de plek waar acht Joden uit het Verscholen Dorp werden vermoord. Ook daar vond een plechtigheid plaats. Er werden opnieuw bloemen en kransen gelegd en naar Joodse traditie werden er steentjes bij het monument geplaatst. Door familie van de Joodse slachtoffers werd een gedicht voorgelezen en een belangrijke tekst uit de Joodse traditie voorgedragen.

Het Verscholen Dorp

In het Verscholen Dorp zaten van februari 1943 tot oktober 1944 zo'n tachtig tot honderd mensen. Dit waren Joodse onderduikers, werkweigeraars, mensen uit het verzet, Amerikaanse militairen, Engelse vliegers, Duitse deserteurs, een Pool en een Rus. In uitgegraven primitieve hutten, ingericht met bedden, kacheltjes, cilinders met butagas en verbandtrommels overleefden zij in het bos. Op zondag 29 oktober 1944 werd het onderduikerskamp ontdekt door twee SS'ers die aan het jagen waren. Van de 87 onderduikers die er op dat moment waren wisten de meesten te ontsnappen, op de acht waarvan hun namen op het monument aan de Tongerenseweg staan na. Hun namen waren Arnold de Leeuw, Louisa Mathilda de Leeuw-Weijl, Johan de Leeuw, Arend Samuel Meijers, Hartog Spijer, Max Gompes, Kaatje Gompes-Schoonhoed en het zes jaar oude jongetje John Roelof Meijers.